dinsdag 2 maart 2004

BUSJE KOMT ZO

Kota Bharu (Maleisie)

Hoelang duurt acht uur
Uw knieen in uw nek
Verbeten aan het stuur
De achterband is lek

Buiten de natuur
Warme groene plek
De bus ruikt bitterzuur
Angstzweet van een gek

De busreis naar Kota Bharu was een beproeving. Krappe beenruimte en een moeilijke bochtige weg. Na een uurtje rijden kregen we al een klapband, waarna flapperend verdergereden werd - geduldig op zoek naar wat de goedkoopste garage van Noord-Maleisie bleek te zijn. Onze buschauffeur hield de filosofie "Mijn bus is een grote bus" aan. Vrachtwagens voorbijsteken in bochten, tegen een sneltreinvaart kronkelende wegen naar beneden nemen. Zijn bus was een grote bus en zou een aankomende wagen toch simpelweg van de weg afduwen - so why worry. Maar we zijn er geraakt ! En we zijn hier zo snel mogelijk ook weer weg ! Hoera !

Kota Bharu is een provinciale hoofdstad in het noordoosten van Maleisie, net onder de Thaise grens, waar sluiers helemaal en vogue zijn - 't zijn de laatste modellekes die ze hier dragen, zorgvuldig bewerkt met goudbrokaat. We blijven hier een nacht, morgenvroeg richting ferry, richting robinsoneiland.

Ons hotel is een simpel Chinees kot, slijmerige badkamer (een kale kamer met een gat in een hoek en een lekkende buis die uit de muur steekt - een douche !) Wel een aanpassing na Penang - Penang ! - waar we in het oude Cathay Hotel verbleven. Een half-vervallen restant van Penangs koloniale verleden - ruime kamer, via een brede trap ligt beneden een enorme lobby met een bejaarde Chinees die zich perfecte Engelse jeanetten-manieren eigen gemaakt heeft. "Did you have a pleasant evening, Sir, Miss ?" Fantastisch hotel - aah, Penang. Maar nu dus - een kot. Voor een nacht - morgen spelen onze voeten met zand terwijl we naar de zonsondergang kijken.

Op naar morgen !

Geen opmerkingen: